Valkerij is een eeuwenoude jachtvorm waarbij speciaal getrainde roofvogels, zoals slechtvalken en haviken, worden ingezet om prooi te vangen. Deze traditie, die duizenden jaren teruggaat, is niet alleen een sport maar ook een kunst die de diepe band tussen mens en dier weerspiegelt. De relatie tussen de valkenier en zijn vogel is gebaseerd op wederzijds respect, vertrouwen en samenwerking, en vormt het hart van de valkerij.
De training van een valk of havik is intensief en gericht op het ontwikkelen van een uitstekende conditie, verfijnde jachttechnieken en het vermogen om altijd terug te keren naar de handschoen van de valkenier. Deze training begint vaak al van jongs af aan en vereist een dagelijkse inzet van de valkenier, die de vogel niet alleen fysiek traint maar ook mentaal stimuleert. De vogels leren onder andere om prooien in de lucht of op de grond te achtervolgen, en hun snelheid en precisie zijn bewonderenswaardig; slechtvalken, bijvoorbeeld, kunnen snelheden van meer dan 300 km/u bereiken tijdens hun duikvluchten.
In Nederland, waar de jacht met wilde roofvogels verboden is, wordt gejaagd met in gevangenschap gefokte slechtvalken en haviken. Deze vogels worden zorgvuldig geselecteerd en opgeleid om hun jachtinstincten optimaal te benutten, maar ook om de natuurbeleving van de valkenier en het behoud van de traditie van valkerij in stand te houden. Valkeniers spelen ook een rol in natuurbeheer door hun vogels in te zetten voor het verjagen van ongewenste dieren, zoals kraaien op vliegvelden of duiven in steden.
Het beoefenen van valkerij vraagt om toewijding, geduld en een diep begrip van het gedrag en de behoeften van roofvogels. Het gaat om meer dan alleen de jacht; het is een levenswijze die een unieke verbinding creëert tussen mens en natuur, waarbij de valkenier en zijn vogel als partners samenwerken in een eeuwenoude traditie.
In de valkerij zijn er twee belangrijke methoden van jagen: de hoge vlucht en de lage vlucht, elk met unieke technieken en roofvogels die specifiek zijn aangepast aan de respectieve jachtvormen.
Hoge Vlucht
De hoge vlucht, vaak geassocieerd met slechtvalken, draait om de spectaculaire luchtacrobatiek van de vogel. Bij deze methode wordt de slechtvalk als een ‘aanwachter’ gevlogen, wat betekent dat de vogel op grote hoogte cirkelt of stil in de lucht hangt boven de valkenier en de jachthond. De rol van de slechtvalk in de hoge vlucht is om vanuit deze hoge positie toe te slaan wanneer de prooi, zoals een fazant of een patrijs, door de hond wordt opgejaagd.
Wanneer de hond het wild uit de dekking jaagt, duikt de slechtvalk met ongekende snelheid en precisie naar beneden, soms met snelheden die de 300 km/u kunnen bereiken. Deze razendsnelle duikvlucht, bekend als de ‘stoot’, laat de slechtvalk op zijn prooi neerploffen met een ongelooflijke kracht, waardoor de prooi direct uitgeschakeld wordt. Deze jachtvorm benadrukt de spectaculaire snelheid en behendigheid van de slechtvalk en is een indrukwekkend schouwspel van natuur en techniek.
Lage Vlucht
De lage vlucht is een meer directe en vaak meer tactische jachtmethode die meestal wordt uitgevoerd met haviken, maar ook met slechtvalken. In tegenstelling tot de hoge vlucht begint de lage vlucht vanaf de arm van de valkenier. Hier vliegt de vogel direct op de prooi af zodra deze wordt opgemerkt, zonder de noodzaak van hoogte en wachten zoals bij de hoge vlucht. Deze techniek wordt veel gebruikt voor het jagen op prooi zoals konijnen, eenden of andere grondgebonden dieren.
Haviken zijn bijzonder geschikt voor de lage vlucht vanwege hun scherpe manoeuvreerbaarheid en hun vermogen om prooi in een snelle, krachtige aanval te grijpen. Ze kunnen door dichte vegetatie vliegen, om bomen heen slingeren of over obstakels heen springen in hun jacht. Dit maakt de lage vlucht zeer dynamisch en geschikt voor jagen in bosrijke of gevarieerde landschappen.
Beide vormen van valkerij vereisen niet alleen een goed getrainde vogel, maar ook een valkenier die de fijne kneepjes van het gedrag van zijn vogel begrijpt en de juiste omstandigheden kan creëren voor een succesvolle jacht. De keuze tussen hoge en lage vlucht hangt vaak af van het type terrein, de prooi en de specifieke vaardigheden van de roofvogel, waardoor valkerij zowel een kunst als een wetenschappelijke jachtmethode wordt.
In de valkerij draait het om veel meer dan alleen het vangen van prooi; het gaat vooral om de schoonheid en het spektakel van de vlucht van de roofvogels. De elegantie en kracht waarmee een slechtvalk vanuit de lucht duikt of een havik zijn prooi achtervolgt, zijn indrukwekkende voorbeelden van de perfecte symbiose tussen natuur en de vaardigheden die deze vogels door training hebben verfijnd. De jacht zelf is een natuurlijk instinct van de vogel en vormt een essentieel onderdeel van zijn motivatie en ervaring.
Beloning en Gebruik van Prooi
De prooi die tijdens de jacht wordt gevangen, dient primair als beloning voor de vogel. Dit is cruciaal voor het behoud van zijn motivatie en om het natuurlijke jachtinstinct scherp te houden. Het voeren van de prooi of delen ervan versterkt de band tussen de valkenier en de vogel en is een direct beloningsmechanisme na een succesvolle jacht. Hoewel de prooi soms ook voor menselijke consumptie wordt gebruikt, ligt de nadruk meestal op het gebruik ervan als aas en beloning voor de vogels.
Specifieke Hulpmiddelen: Fournituren
Valkeniers maken gebruik van diverse hulpmiddelen, ook wel ‘fournituren’ genoemd, om de training en het beheer van hun roofvogels te optimaliseren. Enkele van de belangrijkste fournituren zijn:
- De Huif of Kapje: Dit is een klein leren kapje dat over het hoofd van de vogel wordt geplaatst om hem het zicht te ontnemen. Dit helpt de vogel rustig te blijven in stressvolle of afleidende omgevingen, bijvoorbeeld tijdens transport of wanneer hij niet mag reageren op omgevingsprikkels. De kap is een essentieel onderdeel van het beheer van de vogel en helpt de valkenier controle te houden.
- De Loer: De loer is een kunstprooi, vaak gemaakt van veren of leer, die aan een lijn wordt bevestigd en rondgedraaid om de vogel te trainen en terug te roepen. Dit hulpmiddel wordt gebruikt om de vogel zijn jachttechniek te laten oefenen en hem te belonen wanneer hij terugkeert naar de valkenier. Het nabootsen van een jachtsituatie met de loer houdt de vogel scherp en helpt bij het ontwikkelen van zijn vliegvaardigheden.
Specifiek Taalgebruik
De valkerij kent een rijke traditie van gespecialiseerd taalgebruik, dat door de eeuwen heen is ontstaan. Woorden als ‘aanslaan’ (het grijpen van de prooi), ‘pitsen’ (het lokken van de vogel met de loer) en ‘zijpen’ (het drinken van de vogel) zijn enkele voorbeelden van termen die in de valkerij worden gebruikt. Deze terminologie versterkt niet alleen de cultuur en het vakmanschap binnen de valkerijgemeenschap, maar benadrukt ook de diepe kennis die valkeniers hebben van hun vogels en de technieken die zij gebruiken.
De valkerij blijft een unieke combinatie van kunst, wetenschap en natuurbeleving, waarbij de liefde en het respect voor de roofvogels centraal staan. Het is een eeuwenoude traditie die niet alleen gaat om de jacht zelf, maar vooral om de eerbied voor de dieren en de fascinatie voor hun ongeëvenaarde vliegkunsten.