Nelson – Afrikaanse Oehoe

Bubo Africanus

Nelson is ongeveer 45 cm lang en weegt 580 gram. Hij heeft rechtopstaande oorpluimen en lijkt sterk op de grijze oehoe. De Afrikaanse oehoe is bruingrijs met roodbruine vlekken. De vleugelpennen en de staartpennen vertonen duidelijke brede banden. De snavel is zwart en de iris is geel en daarmee wordt aangegeven dat het een dagactieve uilensoort is.

De Afrikaanse Oehoe is de kleinste oehoe ter wereld. De in Nederland voorkomende Europese Oehoe is de grootste Oehoe te wereld.

Odin – Europese Oehoe

Bubo Bubo

De oehoe is de op één na grootste uilensoort ter wereld. De grootste uilensoort is de Blakistons visuil. De oehoe heeft zijn naam te danken aan zijn roepgeluid. Vooral in de late winter laat het mannetje zijn imposante “oehoe”-roep horen.

Deze uil is 60 tot 75 cm lang en heeft een spanwijdte van 160–188 cm. Er zijn verschillen, maar ook overlap, in lichaamsgrootte tussen de beide seksen. Mannetjes wegen 1,5 tot 2,8 kilogram, vrouwtjes zijn forser en zwaarder in de schouders en wegen 1,75 tot 4,2 kilogram.

Woepie – Europese Oehoe

Bubo Bubo

De maximale leeftijd is 75 jaar. Vrouwtjes vallen, al rustend op een uitkijkpost, vrijwel direct op door hun ietwat afhangende verenkleed, dat ‘te groot’ lijkt. Mannetjes maken over het algemeen een ‘atletische’ indruk met vleugels die strak op het lijf gedragen worden. De oehoe is door zijn grootte, zijn massieve lichaam en dikke kop met geen andere uilensoort in Europa te verwarren. Kenmerkend aan het gezicht van de oehoe zijn de grote ogen en de vaak lange oorpluimen. De oogkleur varieert van felgeel tot vuur-oranje. De oorpluimen zijn overwegend zwart van kleur en worden gevormd door een groepje veren die door een aparte spier op het hoofd worden bewogen. De snavel is zwart en ligt verzonken in een witgevederde huidplooi; de keelplooi.

Dexter – Melkoehoe

Bubo Lacteus

Volwassen melkoehoes meten ruim 60 tot 65 centimeter, wat maakt dat dit de grootste Afrikaanse uil is. De uil is onmiskenbaar. Deze oehoe is grijsbruin van boven en is van onder melkwit, met daarin een fijne streping. Opvallend zijn de rozekleurige oogleden

Hij komt voor in grote delen van Afrika ten zuiden van de Sahara en is met name aan te treffen in streken waar veel acacia’s groeien. Het is een vogel van half open landschappen waarin plaatselijk grote, oude bomen staan zoals in bossavannes.

James – Siberische Oehoe

Bubo Bubo Sibiricus

De Siberische Oehoe is een ondersoort van de gewone Europese Oehoe. Hij bezit voornamelijk dezelfde kenmerken en eigenschappen als deze Europese Oehoe, maar heeft als meest in het oog springend onderscheidend element een veel lichter verenkleed en soms ook lichtere ogen. Deze verschillen zijn aanpassingen aan de leef- omstandigheden van de Siberische Oehoe: deze leeft namelijk in een kouder klimaat met veel sneeuwval. Een lichtere kleur maakt hem beter gecamoufleerd, hetgeen van voordeel is bij het jagen op prooi.

Bobbie – Witgezicht Dwergooruil

Otus Leucotis

De noordelijke witwangdwergooruil wordt rond de 24 centimeter. Het mannetje weegt tussen de 185 en 240 gram en het vrouwtje tussen de 225 en 275 gram. De vogel heeft een korte staart en opvallende oorpluimen.

De uil is overwegend wit aan de onderzijde en wordt naar boven zacht grijs met donkere tinten. Over de rug lopen twee lijnen met witte stippen. Het witte gezicht wordt omlijst door sterk aftekenende zwarte veren. De kleur van de ogen varieert tussen oranjegeel en rood. Volwassen mannetjes en wijfjes zijn vrijwel gelijk. De juveniel is bruiner en heeft een grijsbruin gezicht.